Onderzoek aan de University of Alberta
Van september tot en met begin december heb ik onderzoek mogen doen voor mijn MSc-thesis aan de University of Alberta in Edmonton, Canada. Dit onderzoek is een samenwerking tussen Wageningen University, de University of Alberta en ForFarmers. Het onderzoek vindt plaats in Canada, omdat daar de ‘Multi-Feeder Precision Feeding’, kortweg MFS, staat. De MFS is een machine, uitgevonden door Martin Zuidhof, die het mogelijk maakt om de individuele voeropname van leghennen te meten. Tegelijkertijd kan de machine verschillende diëten aanbieden, zodat de voorkeur van een leghen voor een bepaald dieet kan worden bepaald.
Voor mijn thesisonderzoek richtte ik me op de voorkeur van leghennenkuikens voor calcium- en fosforhoeveelheden en de invloed van verschillende vezelsoorten op deze keuze. Kuikens hebben calcium en fosfor onder andere nodig voor de botontwikkeling. Na de opfokperiode blijven deze mineralen essentieel voor de eiproductie. Een tekort aan fosfor kan leiden tot verminderde groei, verzwakte botten en in ernstige gevallen tot ziekte en sterfte. Aan de andere kant resulteert een inefficiënt gebruik van fosfor in een overmatige uitscheiding via de mest, wat bijdraagt aan milieuproblemen zoals eutrofiëring. Daarnaast is fosfor een kostbaar mineraal, waardoor een efficiëntere benutting niet alleen een milieuwinst oplevert, maar ook de kosten voor boeren kan verlagen.
Met de MFS kunnen we de leghennen diëten aanbieden met verschillende calcium- en fosforniveaus en vezelsoort. De machine meet vervolgens elk moment van de dag hoeveel elk kuiken van welk voer consumeert. Dit stelt ons in staat om de intrinsieke behoefte aan calcium en fosfor beter te begrijpen en niveaus hierop af te stemmen.
Mijn werkzaamheden in Canada begonnen met het trainen van de kuikens. Omdat de MFS een complexe machine is, moesten de kuikens eerst leren dat hier hun voer vandaan kwam en hoe de machine werkte. Daarnaast moesten ze wennen aan het alleen eten, wat een uitdaging was omdat kippen normaal gesproken in groepen eten. De training duurde twee weken en nam dagelijks acht uur in beslag. Met succes: na twee weken wisten alle 130 kuikens hoe ze de machine moesten gebruiken.
Na de trainingsperiode bestonden mijn taken voornamelijk uit het controleren van de kuikens en de MFS. Samen met vier medestudenten controleerden we dagelijks alle 130 kuikens en de werking van de machines. Omdat de MFS continu het gewicht en de voeropname van de kuikens monitort, konden we precies zien welke dieren extra aandacht nodig hadden, doordat we bijvoorbeeld zagen dat ze die dag heel weinig voer hadden opgenomen. Aangezien de MFS constant in bedrijf is, waren er soms technische problemen. Gelukkig was er een ervaren technicus beschikbaar die de machines snel kon repareren indien nodig.
Op het moment ben ik mijn thesis aan het afschrijven en loopt het onderzoek door tot en met april. Over de resultaten kan ik daarom nog niets zeggen. Tijdens dit onderzoek heb ik ontzettend veel geleerd. Voordat ik begon, had ik nauwelijks ervaring met levende kippen. Plotseling moest ik 130 kuikens monitoren, waardoor ik in korte tijd veel kennis opdeed over het observeren en verzorgen van pluimvee. Daarnaast heb ik veel geleerd over ‘precision feeding’ en de uitdagingen bij het ontwikkelen van een machine voor individuele voeropname. Samen met mijn medestudenten hebben we Martin Zuidhof geïnterviewd over de obstakels die hij tegenkwam tijdens de ontwikkeling van de MFS. Bovendien keek ik vaak mee met de technicus wanneer hij de MFS repareerde, waardoor ik ook op technisch vlak veel heb geleerd.
Naast mijn werkzaamheden bij de kippen heb ik me ondergedompeld in het Canadese leven. Zo kregen we een rondleiding door de pluimveeonderzoekstal en een melkveehouderij en maakte ik deel uit van de leerstoelgroep. Wat me vooral opviel, was dat in Canada nog veel verouderde praktijken worden toegepast. Zo worden leghennen daar grotendeels in conventionele legbatterijen gehouden en ondergaan ze standaard een snavelbehandeling. Dit deed me realiseren hoe ver we in Nederland al zijn op het gebied van dierenwelzijn.
Daarnaast woonde ik presentaties bij van bachelor- en masterstudenten in Canada om een beter beeld te krijgen van het onderwijssysteem daar. Ook heb ik de Canadese cultuur omarmd: ik trok mijn cowboylaarzen aan en leerde bijna elke donderdag een nieuwe line dance in de saloon. Verder heb ik een rodeo en een vleesveemarkt bezocht. Uiteraard kon een bezoek aan de adembenemende natuur en bergen van Canada ook niet ontbreken.
Terugkijkend op mijn avontuur in Canada heb ik enorm veel waardevolle kennis en ervaring opgedaan die nuttig zal zijn voor mijn toekomst. Daarnaast werd ik opnieuw herinnerd aan de sterke positie van de Nederlandse veehouderij en het belang van een organisatie zoals de BSD, die dit soort leerzame ervaringen mogelijk maakten.
Stichting BSD, hartelijk dank voor het vertrouwen en jullie bijdrage aan deze geweldige kans!