Door de BSD-studiebeurs heb ik de kans gekregen om de andere kant van voedingselementen te bekijken tijdens de opleiding tot natuurgeneeskundig diertherapeut. Waarbij er tijdens mijn master Animal Science op de Universiteit in Wageningen vaak alleen gekeken wordt naar de voedingswaarde van een voedingselement in een rantsoen, heb ik tijdens de opleiding tot natuurgeneeskundig diertherapeut ook de andere kant mogen zien waarbij een gras, kruid of olie een dier mentaal of lichamelijk kan ondersteunen.
Door specifieke grassen, kruiden of oliën in te zetten in een rantsoen van een dier zou de mentale en fysieke weerstand van een dier eerder ondersteund kunnen worden waardoor een proces van ziekte eerder verholpen of zelfs voorkomen kan worden. Hierdoor zouden er minder telefoontjes naar een veearts gepleegd hoeven worden en hoeft er uiteindelijk minder gebruikt worden gemaakt van reguliere medicijnen zoals antibiotica.
Aangezien er in de Nederlandse regelgeving steeds meer gestuurd wordt op vermindering van medicijngebruik zou de natuurgeneeskunde een mooie aanvulling kunnen zijn om dieren eerder te ondersteunen, het welzijn van dieren te verbeteren en het reguliere medicijngebruik te verminderen.