piet van der aar beurs

Interview met Piet van der Aar

Piet van der Aar neemt ons mee in zijn passie voor de sector, zijn inspirerende carrièreverloop en geeft hij tips voor studenten die hun toekomst zien in het wetenschappelijke diervoederonderzoek.

1. Bij ons is bekend dat je mede-initiator bent geweest van Stichting BSD. Hoe ben je toentertijd betrokken geraakt bij de start van de stichting?

    Als directeur van Schothorst Feed Research zag ik dat wanneer er een vacature in diervoederwereld ontstond, er een banencarrousel ontstond. Er werden door het gebrek aan veevoedingsdeskundigen mensen bij elkaar weg gerecruteerd. Uiteindelijk werden dan ook onze medewerkers benaderd. Als bedrijf hadden we daar last van. Om die reden heb ik toen het initiatief genomen de opleiding diervoeding te stimuleren.

    2. Als wij naar je carrière kijken dan zien wij duidelijk onderzoek en diervoeder als rode draad terugkomen. Waar denkt je dat deze passie voor diervoeder en wetenschappelijk onderzoek is ontstaan?

    De passie voor onderzoek komt denk ik voort uit nieuwsgierigheid en de behoefte om dingen die ik zag te kunnen verklaren en problemen op te lossen. Dat dit zich richtte op diervoeding komt gedeeltelijk uit mijn agrarische achtergrond. Daarnaast was ik als student al geinteresserd in hoe we onze grondstoffen zo efficient konden benutten.

    3.Tijdens je carrière heb je verschillende functies bekleed. Wat was een hoogtepunt gedurende deze tijd?

    Iedere functie had zijn eigen hoogtepunten, maar ook teleurstellingen. Als je vraagt waar ik het meest trots op ben moet ik 2 dingen noemen. Als onderzoekers zich ontwikkelden tot door de sector gewaarderde vakmensen, die zeiden dat ze door mij geinspireerd waren. Daarnaast het besluit en het proces om De Schothorst te herstructureren van een input  naar een output  gefinacierde organisatie, waardoor het minder afhankelijk werd van enkele opdrachtgevers. Het heeft gemaakt dat SFR zich kon ontwikkelen tot de organisatie die het nu is.

    4. Naast al deze functies zagen wij ook dat je bij meerdere onderzoeken betrokken bent geweest. Welk onderzoek vond je het leukste om te doen of is je heel erg bijgebleven? Of welke onderwerpen/thema’s spraken je het meeste aan?

    In het begin van mijn loopbaan was ik onderzoeker rundvee. Ik heb toen als eerste voerstrategien ontwikkeld om het eiwitgehalte in de melk te verhogen. Het algemene concept dat langzaam fermenteerbaar of verteerbaar zetmeel een lysine besparend effect heeft hebben we later ook bij pluimvee en varkens gevonden. Eigenlijk vind ik het leukste om algemene concepten over diersoorten heen te ontdekken.

    5. Had je specialisatie gedurende je carrière waar je op focuste betreft diervoederonderzoek?

    Ik ben een generalist. In het laatste deel van mijn carriere werd ik vaak gezien als varkensvoedingsman. Mijn meest geciteerde artikelen gingen over eiwitbenutting bij rundvee en zetmeelvertering bij pluimvee. Ik vind juist dat mensen zich te veel richten op een diersoort. Bij andere diersoorten en zelfs in andere vakgebieden zijn er concepten die ook van doepassing zijn bij de andere diersoorten.

    6. In totaal ben je ook 2 keer  in Amerika geweest om precies te zijn op de Cornell University en de University of Illinois. Je onderschrijft het belang van buitenlandse (werk)ervaring. Wat heeft deze ervaring jou gebracht dat je het zo belangrijk vindt voor de nieuwe   generatie?

    Op Cornell heb ik 6 maanden op het laboratorium van de bekende prof VanSoest gewerkt. Dat was een inspireerde vrijdenker. Hij gaf je alle ruimte om je ideeen uit te werken. Als je een idee had zei hij: “Wat let jeom het te doen”. Iedere vrijdagmiddag ging hij met een klein groepje de kroeg in en werden de discussie over verschillende veevoedkundige onderwerpen gevoerd. Na afronding van mijn studie in wageningen ben ik aan de Universiteit van Illinois gepromoveerd. Daar heb ik weer andere ideeen gekregen., waarik ik naast fysiologie veel biochemische ervaring heb opgedaan.Ook heb ik colleges mogen geven in China. Dat was weer een heel andere benadering. Het voordeel van ervaring opdoen in het buitenland is dat je nieuwe inzichten krijgt, uit de Wageningse/Nederlandse bubbel komt en daardoor een bredere blik krijgt.

    7. In totaal ben je 37 jaar in dienst geweest bij SFR en daarvoor ook werkzaam geweest bij andere organisaties. Wat heeft jou geholpen tijdens je carriere?

    Na mijn promotie onderzoek in Illinois ben ik gelijk aan het werk gegaan bij SFR. Eerst als onderzoeker rundvee, daana ging ik de afdeling varkens leiden en in 1988 werd ik directeur. Belangrijk voor mijn carriere waren mijn gedrevenheid, enthousiasme en brede orientatie.

    8. Heb je tips of tricks voor studenten die hun toekomst zien het wetenschappelijke diervoederonderzoek?

    Probeer je zo breed mogelijk te orienteren en ga geen uitdagingen uit de weg. Toen ik zei dat ik als rundveeonderzoeker wel het varkensonderzoek wilde doen werd der door mijn collega’s gek naar gekeken. Maar die brede belangstelling heeft wel mede mijn loopbaan bepaald.

    Daarnaast is het belangrijk om je niet te veel te laten afleiden maar doelgericht te werken. Verder is het belangrijk dat je enthousiasme uitstraalt en bereid bent om over je onderzoek te praten. Alleen een artikel schrijven is onvoldoende om jezelf te profileren.

    9.Toen je met pensioen ging is de Piet van der Aar-studiebeurs ontstaan vanwege jouw achtergrond en voorliefde voor wetenschappelijke onderzoek. Waren er nog meer redenen waarom de studiebeurs in leven is geroepen?

    Het was een waardering voor mijn verdiensten voor onze klanten en opdrachtgevers. Dat zij die in het leven riepen was voor mij een grote verrassing. Ik gun iedereen de kansen die ik heb gekregen door een deel van mijn ontwikkeling bij gerenommeerde onderzoeksgroepen in het buitenland door te brengen. Als ik toen geen financiële ondersteuning van het LEB-fonds had gekregen had ik nooit in Illinois kunnen promoveren.

    10. Waarom denk jij dat studenten zich moeten aanmelden voor deze studiebeurs? Welke meerwaarde vind jij dat de studiebeurs brengt?

    Als mensen geïnteresseerd zijn in onderzoek en in het Nederlandse denken nieuwe concepten willen inbrengen dan is deze beurs een steuntje in de rug. Maar misschien moet je om nieuwe ideeën te krijgen wel naar Azië of zuid Amerika. Kijk welke publicaties in de vakbladen interessant vind. Zo ben ik ook bij VanSoest terecht gekomen.

    11. Zoals we weten ben je met pensioen ben je nog wel betrokken bij wetenschappelijk diervoederonderzoek?

    Steeds minder. Ik review nog wetenschappelijke artikelen voor verschillende bladen en af en toe wordt nog weleens gebeld met vragen.  Ik ben nog wel met de veehouderij bezig als factchecker bij Agri Facts schrijf ik artikelen om de frames of onjuistheden die over de veehouderij worden gezegd recht te zetten. Daar geef ik nu prioriteit aan. Het is belangrijk dat we  op feiten gebaseerde informatie uitdragen. Dat geeft een nieuwe dimensie. Zo heb ik tijdens de week zonder vlees nog een lezing gehouden voor de vegetariërsbond. Dat was ver buiten mijn comfortzone, maar achteraf wel bevredigend.

    Bron: Stichting BSD

    Scroll naar boven